Focus op het netwerk
en op thuis opgroeien
Een hulpverlener is één van de schakels in het leven van kinderen of jongeren. Als professional kun je verstoorde relaties in hun gezin niet volledig herstellen, maar wel laten zien wat er gebeurt en ondersteunen bij het doorbreken van (gedrags)patronen, samen met de mensen die belangrijk voor hen zijn.
Mijn werk gaat grotendeels over mensen bewust maken van wat er in het gezin en in henzelf omgaat. We onderzoeken samen hoe bepaalde patronen zijn ontstaan, wat uit het verleden in het heden nog steeds raakt en hoe dit de relaties beïnvloedt. Het netwerk van een kind – ouders, familie, vrienden, buurtgenoten – weet meestal het beste wat er speelt en heeft een belangrijke rol. Daarom kijk ik wie in de omgeving van een kind (en de ouders) hem of haar willen ondersteunen en een stem kunnen zijn voor hen. Ik werk graag samen met een zelfgekozen mentor uit de eigen omgeving van het gezin.
Als hulpverlener heb je altijd een onbevangen, niet-oordelende houding nodig. Want de praktijk heeft me geleerd dat ouders vrijwel zonder uitzondering goed voor hun kinderen willen zorgen. Als dat niet lukt, ligt de oorzaak meestal in hun eigen problemen of trauma’s. Het is niet kúnnen in plaats van niet willen.
Gezamenlijk opvoeden
Gezinshuisouders staan dichtbij kinderen als dagelijks aanwezige opvoeder, terwijl ze ook een rol vervullen als (professionele) begeleider. Het duiden van die dubbelpositie verheldert hoe ze kijken naar wat heilzaam is voor een kind. En ook wat kinderen helpt in de relatie met hun ouders. Soms is er (tijdelijk) weinig contact tussen hen wanneer het kind in een gezinshuis woont. Maar de trek en loyaliteit naar hun ouders blijft meestal sterk en dat kan leiden tot negatief gedrag. Het negatieve gedrag kan ook toenemen wanneer een kind juist wél meer contact heeft met zijn of haar ouder(s). Dit alles maakt de rol van de gezinshuisouders ten opzichte van het kind en de ouders ingewikkeld, terwijl het tegelijkertijd voor veel uithuisgeplaatste kinderen een betere optie is dan op ‘een groep’ moeten wonen. Daarom onderzoek ik alle mogelijkheden die er zijn om deze samenwerking tot stand te brengen en ben ik voorstander van de term ‘gezamenlijk opvoeden’, hoe complex dat ook kan zijn.
Circulaire zorg
Effectieve jeugdzorg betekent voor mij circulaire zorg, geïnspireerd op het boek met de gelijknamige titel van Suzanne de Ruig en Levi van Dam. De termen die zij gebruiken spreken me enorm aan:
-
duurzame hulpverlening staat voor de ‘lange termijn’; hoe houden volwassenen en kinderen het met zichzelf en elkaar uit? Wie blijven beschikbaar en een steun in hun eigen omgeving, ook nadat de hulpverlening is gestopt?
-
minimalistische hulpverlening betekent dat je alleen de hoogstnoodzakelijke professionele hulp inzet.
-
holistische hulpverlening houdt in dat je naar het hele gezin en zijn omgeving kijkt (inclusief familie en verschillende generaties), met alle bijbehorende relaties en invloeden op het functioneren van het kind.